WELKOM!


1955, Stadhouderslaan (Utr. Archief)

Welkom lezer!

In 1951 werd ik geboren in de ouderlijke slaapkamer van Stadhouderslaan 102 te Utrecht. Ik woonde er tot de zomer van 1970 toen ik naar Amsterdam vertrok. 

Het hierna volgende bevat herinneringen aan buurt en buren, straat en winkels, wijk en buitengebied, vrienden en (on)bekenden, kattekwaad en ander tijdverdrijf, school, sport en spel.

En dat alles van meer dan 45 jaar geleden. Veel is verdwenen en anders geworden maar qua aanzicht zijn Stadhouderslaan en buurt eigenlijk verbazingwekkend weinig veranderd...

Het fotomateriaal is afkomstig uit eigen verzameling en gedeeltelijk ook uit de online verzameling van het Utrechts Archief

Meer informatie over schrijver dezes alhier.

Tot slot

2005, Stadhouderslaan

1954, centraal station Utrecht (Utr. Archief)
Ik vertrok uit Utrecht in 1970 en kwam er daarna steeds minder, zeker nadat mijn ouders rond 1980 ook definitief van de Stadhouderslaan vertrokken. De veranderingen van na 1970 maakte ik alleen vanuit de verte mee; het oude centraal station werd opgegeven voor de nieuwbouw van Hoog Catharijne, het DOS stadion werd vernieuwd tot Galgewaard, om maar wat te noemen. Het deed me allemaal niet veel. 


2005, voordeur nr. 102
1957, DOS stadion (Utr. Archief)
En toch, het blijft de stad van je jeugd. Als je er komt weet je onwillekeurig in het buurtje nog blindelings de weg. Zo'n jaar of twintig geleden was ik met vrouw en dochter in de stad. Ik belde aan op 102 en vroeg of ik misschien even binnen mocht kijken. Ongelooflijk, de hoeveelheid details die je weliswaar vergeten was maar direct opvielen! Tegels in de voorgang, de brievenbus, het balkonnetje aan de kleine slaapkamer achter op de tweede verdieping. Van daaraf klommen vriendje B. en ik soms stiekem op het dak.


bakstenen monument/bank Wilhelminapark
Deze herinneringen werden niet uit nostalgie opgeschreven. Ik heb geen hang naar mijn jeugd of zo, ben meer dan blij met mijn leven nu als 60-plusser. Maar ik vond het leuk me 'mijn' Utrecht van de Jaren '50 en '60 weer eens voor de geest te halen. En ik moet zeggen, het ging wel weer leven en maakte nieuwsgierig. 

Een dezer dagen (liefst in het late voorjaar) ga ik er weer eens heen: 's klimmen op het bakstenen monument in het Wilhelminapark. 's Hard schreeuwen onder het viaduct over de Kromme Rijn en dan maar gelijk naar Rhijnauwen wandelen via het jaagpad. 's Kijken naar de nieuwbouw die 'mijn ' Kohnstammschool vervangen heeft. 

Blijft toch iets hebben, die plek van je jeugd!


Ard Hesselink, november 2013

2005, bovenverdiepingen Stadhouderslaan 102, voorkant

AANVULLENDE REACTIE D.D. 5 AUGUSTUS 2019

Van Gert Jan van Rhijn uit Zwolle ontving ik de volgende, zeer aardige reactie, vol aanvullingen op dit Stadhouderslaan blog. Weliswaar van iets latere datum maar heel leuk!

"Via internet stuitte ik op je blog over de Stadhouderlaan 102 en daar heb je me een groot plezier mee gedaan!

De buurt

Prins Hendriklaan
Ik was eens bij van der Pol voor een fietsreparatie. Toen er een andere  klant binnen kwam met een Koga Myata fiets vroeg deze klant ’kunt u deze fiets voor me repareren?’ antwoordde Van der Pol ‘nee dat kan ik niet’ en de klant vertrok weer. Even later vertelde Van der Pol dat hij zich niet bezig ging houden met dat soort fietsen (duidelijk van de mindere soort).

Bij een foto van Bommel op de Prins Hendriklaan betaalde ik indertijd ƒ 3,50 voor het ontwikkelen van een rolletje en ƒ 1,10 per foto voor het maken van een afdrukje. Kruidvat bestond toen nog niet!

Op het hoekje zit al jaren Jan Primus met allerlei soorten bier.

Makelaar Rijksen (zit er nog van voor de tijd dat jij daar woonde)

Kaas van firma Pot op de Rembrandtkade. Mevrouw Pot had een wit schort voor en wij beweerden dat ze ook tenenkaas leverde.

Bij Kusters dranken haal de ik een fles drank op en toen mijn moeder de winkel uit wilde lopen werd gezegd: wilt u geen tweede fles mee, want op één been kunt u toch ook niet staan’

Jan van Scorelstraat
Op het hoekje Hobbemastraat Jan van Scorelstraat was al jaren De Kroon de kruidenier.

Chinees gingen we soms halen bij New Garden Jan van Scorelstraat 161

bakkerij Besseling

Rosarium en Princes Marijkelaan
Bij het rosarium aan de Princes Marijkelaan woonde indertijd Mussert en op dat in die buurt zijn ook jonge jongens tijdens de bevrijding neergeschoten daarvoor staat een herdenkingssteen.

Wilhelminapark
Aan Wilhelminapark 27a gingen we naar tandarts Van Hasselt. Dit was een hele goede tandarts voor die tijd maar toen ik een paar jaren later naar jonge tandarts ging bleek dat de inzichten ernstig veranderd waren waardoor in mijn gebit veel meer geboord was vergeleken met mijn broertje en zusje.

Aan het Wilhelminapark lag ook de Emmakliniek. Ik ben daar geweest tijdens een feest van het Diakonessenhuis, vlak voordat deze gesloopt werd. 

Samen met mijn broer ben ik aangehouden toen we door het Wilhelminapark fietsten. We zeiden dat we van de ENFB gehoord hadden dat we daar mochten fietsen, en met een berisping mochten we verder (naast de fiets lopen).

Vossegatselaan
We gingen naar kapper Jenner aan de Vossegatselaan hoek Adriaan van Ostadelaan  en ik weet dat hij zo’n grote Indolaklok had hangen in zijn zaak. Daar zit nu een dierenkliniek in.

Adriaan van Ostadelaan 
Amrobank, daar heb ik ooit van de bankdirecteur een briefje van 1000 gulden mogen zien.
Van der Hulst bakkerij en banket 

Aloisiuskerk, waar wij niet kwamen, maar wel tijdens Advent, want daar was een mooie kerststal buiten opgesteld.

Sigaren en snoepzaak van dhr. Verder zat op de hoek Adriaan van Ostadelaan - Ferdinandbolstraat. 

Eerste softijsautomaat in de buurt was bij Van Maurik, frietzaak/cafetaria aan de Adriaan van Ostadelaan.

Diakonessenhuis
Op het terrein van het Diakonessenhuis, daar zat direct naast de hoofdingang een fietspomp. Als je 5 cent had kon je lucht krijgen om je fietsband op te pompen.

Diversen
Mijn vader ging naar de Wilhelminakerk (waar zijn ouders ook naar toe gingen) en ondertussen hadden wij zogenaamde West Hill bijeenkomsten in een gebouwtje aan de Jacob van Ruisdaalstraat.

Medewerkers van NS woonden in de buurt van de Laan van Minsweerd.

Als we ons verveelden stapten we bij het Antonius Ziekenhuis in bus 4 en daarmee konden we een rondje door de stad rijden, dat duurde ongeveer een uurtje. 

Wij gingen tennissen bij Brisk ( vlak achter zwembad de Krommerijn), daarnaast was er een andere tennisclub Spherinda oid.

Tegenover het Gymnasium was vroeger een badhuis, was dat toen nog in gebruik?


School

de Meeuw
In de Meeuw kregen wij schoolmelk

Kohnstammschool
Op Koningslaan 63 woonde mevrouw Spelberg, godsdienstlerares Kohnstammschool en zij gaf mijn broer en ik in de laatste jaren van de lagere school Engelse les bij haar thuis.

Bij de Kohnstammschool hadden we een jaarlijkse wandeling naar Rhijnauwen.
Met de kleuters gingen we het eekhoornnest, dat ligt ook bij Rhijnauwen.


Wilhelminagroep

Welpen
Het scoutinggebouwtje van de welpen moest van hout zijn omdat in geval van oorlog dit soort gebouwtje snel verdwijnen moet moesten zodat de militairen goed zicht zouden hebben.
Het regenwater van het gebouwtje dat opgevangen in een grote bak en het water werd gebruikt om het toilet door te spoelen maar ook om theewater van te maken. Een beetje goed doorkoken en alle beestjes waren dood. midden in het gebouwtje stond een potkachel met twee stoelen waren autostoelen en een stoel was sowieso voor Akela en de ander wel voor Raksja of Bageera.
op het terrein was nog een verdedigingswal gedeeltelijk aanwezig. Waar het gebouwtje stond was die verdedigingswal geslecht.
Ook wij hadden Akela Desplanque

Van en  naar de welpen kwamen we ook wel eens bij Galgenwaard
Op de parkeerplaats van Galgenwaard werd eens met oude auto's gescheurd. Na verloop van tijd lag er één op de kop.

Zeeverkenners
naar de Wilhelminagroep zeeverkenners fietsten we altijd het over ‘De Hol’, dat was de hoge brug over het spoor bij Lunetten.

We moesten met onze fiets over de sluisdeuren van de Vaartse Rijn naar de Liesbosch waar de verkenners toen zaten. Peter H. was mijn eerste schipper en daarna zijn broer Wim. Van deze groep is er een Facebookpagina."

Het buurtje uit: de stad in en verder


opgeschoten jongens: met Pieter Kramer, de latere toneel-= en filmnregisseur (l)

We werden ouder, gingen puberen en probeerden onze vleugels uit te slaan. De jeugdcultuur veranderde; hoorde ik rond mijn twaalfde nog over de schermutselingen in Oog en Al tussen vetkuiven en sjorsklanten, een paar jaar later hadden puch en tomos kreidler en zundapp min of meer uit het straatbeeld verdreven. Broeken met wijde pijpen (liefst met een stukje schotse ruit in de zoom genaaid), donkerblauwe joppertjes met dubbele rij knopen, donkere coltruien, daarmee toonde je je hip en bij de tijd.

Natuurlijk bleven we gymnasiumklantjes en keken we
op tegen het echt stoere jongvolk maar het veranderde ons toch. We luisterden naar Ko van Dijk's radiohoorspel "Biels en Co" (van de firma DURMAZON: Dur mag zoveel niet") en Radio Veronica op haar piratenschip, we keken naar "top of flop" voor de nieuwste hitsingles en voerden felle discussies over Beatles versus Stones.

drinkwinkel de tregter
 En we gingen de stad in; 's avonds na catechisatie in de remonstrante Geertekerk hadden we de tijd om ons te vergapen aan de hippe bezoekers van een coffeshop 'avant la lettre' in de Domstraat. 's Middags zaten we vaak met een colaatje -tic in de 'Catacombe', een werfkelder café
aan de Oude Gracht. Later gingen we naar 'drinkwinkel de Tregter' bij het stadhuis en nog weer wat later voelden we ons het best  thuis in cafe 'de Vriendschap' aan het wed.

Pontecorvo's Battle of Algiers
Het waren de jaren van de Cinemanifestatie in de Camera en Studio bioscopen, geprogrammeerd door Hub Bals, met wie ik jaren later nog veel te maken zou krijgen. Ik zag er een voor mij absoluut nieuw soort cinema: Lion's Love van Agnes Varda, de Roden en de Witten van Miklos Jancso, de Slag om Algiers van Gillo Pontecorvo, films die een onuitwisbare indruk op me maakten en later wegbereiders bleken te zijn geweest voor een belangrijk deel van mijn loopbaan.

Kasieno
We gingen naar de eerste 'Flight to lowlands paradise' in de jaarbeurs voor Pink Floyd en Jimi Hendrix (die niet op kwam dagen) en naar het partijcongres van de pvda die als lokkertje een optreden van de Kinks hadden geprogrammeerd.We leerden Melanie kennen, Simon en Garfunkel, de musical Hair (dat we dus zelf ook lieten groeien als we de kans kregen...)

'Ludiek centrum' het Kasieno was het Utrechts equivalent van Fantasio in Amsterdam. Ik kwam er voor het eerst in 1968 voor het SBO congres.
Ja, dat was andere koek...

En soms liftten we naar Amsterdam! Amsterdam, dat was pas het echte leven... Een broer van me woonde al aan een zijstraatje van de Nes. Prima logeeradresje dus. We gingen eten in restaurant 'de dertien balken' aan de O.Z. Achterburgwal, min of meer tussen de hoeren. Keken onze ogen uit bij het Lieverdje, de Atheneum boekhandel, het Waterlooplein. De Bijenkorf had een themamaand 'India' en daar moesten we heen...

Nee, Utrecht was niet meer het centrum van de wereld en het verlangen er weg te kunnen gaan groeide...

25. Dansles

1964, dansles bij Martin, zo adverteerde hij in apoforeta...


Dansles hadden we met vrijwel de hele tweede klas bij dansschool Martin (spreek uit op zijn Frans: 'martain') in de Mgr. van de Weteringstraat achter de Maliebaan. Dat was traditie, gebeurde al jaren zo. Ik vermeld het hier eigenlijk alleen omdat ik tussen mijn oude papieren ook het 'balboekje' vond van het afsluitende feest in 1965 waar we het geleerde in de praktijk konden brengen. Het is zo negentiende eeuws dat ik het bijna niet kon geloven... Ik was het dan ook helemaal vergeten! Tevoren je balboekje volboeken met vaste afspraken: met wie dans je de cotillon, met wie de chachacha... En de juiste namen komen (gelukkig maar!) ook voor in dat balboekje: Marileen (twee keer zelfs!), Tjetske, Trix...Wie Heleen Sneep en Arnoldine Gast waren ben ik vergeten. Ook vergeten trouwens: de cotillon, hoe dans je die?
pagina uit stukgelezen penguin pocket 'Penrod'

Negentiende eeuws zeg ik en dat klopt bijna. Een van mijn favoriete jeugdboeken ( ik heb het nog steeds en  herlees nog  regelmatig hoofdstukken...) was 'Penrod' van de Amerikaan Booth Tarkington uit 1914. Het gaat over een elf-jarige 'jongen die niet wil deugen' uit een nette familie. Hij beleeft van alles maar ook moet hij de cotillon dansen op net zo'n afsluitende partij van de dansles met net zo'n balboekje...Desastreuze gevolgen in zijn geval!

Daarnaast toont het iets van het beschermde en in zichzelf gekeerde milieu waarin we opgroeiden en dat door het gymnasium oude stijl gekoesterd werd. Een eigen wereldje waarin je nog leerde 'hoe het hoorde'. Hoe snel zou dat echter veranderen! Een paar jaar later deed het er totaal niet meer toe: de cotillon was vergeten...

6 februari 1965: mijn balboekje van het 'Martin Bal'

naar school: 1963-1970 - 2


1964-1965, klas 2a (staande, geheel links), klasseleraar dr. Berk, later rector Christelijk Gymnasium
De school mocht dan oud en deftig zijn, het waren natuurlijk wel de Jaren '60. Zelfs dit bastion van het establishment merkte dat aan den lijve. Allereerst in het uiterlijke. In mijn beginjaren was er een stricte 'dress code': jongens geen spijker- of ribfluwelen broek bij voorbeeld, meisjes geen broek maar een rok.

In 1966 kregen we een nieuwe leerling in de klas, een arbeidersjongen die van het Barlaeus in Amsterdam kwam. Hij had een vuurrode, ribfluwelen broek aan en werd dan ook stante pede door van der Veer naar huis gestuurd. Even later kwam hij terug met zijn uiterst boze vader (had voor hem al drie andere broers het gymnasium doorgejaagd richting universiteit!). Tegen de rector zei deze: "Hij mag niet in deze broek op school komen? Dit is zijn enige broek en daarmee komt hij gewoon hier op school!"

1967-1970: in latere schooljaren, etentje met klasgenoten, school-volleybalteam, op de zolder van de gymzaal
En ik zal nooit vergeten dat daarmee in één keer de hele dresscode van de baan was: spijkerbroek, t-shirt, meisjes met een broek, alles kon...

Van der Veer verzette zich met hand en tand tegen veranderingen. In 1968 bezocht ik met een klasgenoot het congres van de Scholieren Belangen Organisatie in het net opgerichte "ludieke" Kasieno in de stad. Terug op school en vol van de opstandige nieuwigheden die we daar hadden opgedaan schreven we een 'rapport' over de school, waarin we vroegen om een kantine in de kelder een scholierenraad 'voor de inspraak' en nog zo meer. Voor we het konden publiceren had van der Veer er lucht van en riep ons op zijn werkkamer. Daar werd ons in duidelijke bewoordingen te verstaan gegeven dat hij ons van school zou sturen als we het stuk verder zouden verspreiden. Dat ging ons toch wat te ver en het 'rapport' is dan ook nooit gepubliceerd. Schijters waren we! Ik moet het nog ergens hebben liggen...

1968, persreacties congres scholieren belangen organisatie (links onder op grote fot, krullenkop...)
Toch kwam er later een scholierenraad en ook een 'honk', in de kelder geloof ik (na mijn tijd). Het duurde alleen allemaal wat langer dan elders.

Een ijverige leerling was ik niet; voor de vakken die ik leuk vond (talen, geschiedenis) deed ik genoeg maar voor de andere... Ik heb dan ook heel wat bij elkaar gespiekt. Geen
wonder dat ik in de derde bleef zitten en uiteindelijk in 1970 voor mijn eindexamen zakte. Wel heb ik voor het grootste deel erg van het schoolleven genoten en heb ik van de vakken die me interesseerden veel meegenomen voor mijn latere leven.

Zoals ik in een laatste gesprek met van der Veer tegen hem zei: "Wat ik hier wilde leren heb ik geleerd en was (meer dan) voldoende op mijn eindexamenlijst en de vakken die onvoldoende waren denk ik in mijn verdere leven toch niet nodig te hebben." (Terugkijkend kan ik zeggen dat ik er niet ver naast zat...)

En weg was ik: eerst  een zwerftocht in de zomer door Marokko, toen druiven plukken in Chateau Neuf du Pape en in het najaar de verhuizing naar Amsterdam. Maar ja, dat valt allemaal natuurlijk buiten de scope van dit blog...

Zwemmen


1921, OZEBI (Utr. Archief)
1968, OZEBI (Utr. Archief)
1967, OZEBI (Utr. Archief)
Zwemmen leerde ik in O.Z.E.B.I. op de kop van de Biltstraat. Het was een oude "overdekte zwem- en badinrichting" uit 1918 met zwembassin, badhuis en pierenbad. Mijn moeder haalde mij en mijn broertje (ik zal een jaar of 6, 7 geweest zijn) één keer in de week tussen de middag op van school en dan fietsten we naar OZEBI voor les. Dat ging nog op de ouderwetse manier aan een hengel en met bandjes van kurk om. Na afloop aten we ter plekke een boterham en dan hup, terug naar school. Erg prettig was het allemaal niet maar ik haalde er wel mijn diploma.

1932, zwembad "Timp" (Utr. Archief)
Bij ons in de buurt was een ook al stokoud natuurbad, Timp (naar een bekende badmeester), met water uit de Kromme Rijn waarmee het in open verbinding stond. Ik herinner me niet er ooit gezwommen te hebben want al in 1957 werd het gesloten wegens vervuiling van het water en rattenoverlast...

1988, zwembad "Krommerijn" (Utr. Archief)
1964, zwembad "Krommerijn" (Utr. Archief)
Ernaast kwam in 1963 het nieuw gebouwde buitenbad "de Krommerijn". Daar heb ik wel heel veel gezwommen. We hadden allemaal een seizoenskaart en het was maar een klein endje op de fiets (zie naar buiten), dus heb ik er jarenlang heel wat warme middagen doorgebracht. 
 
1966, zwembad "de Hommel" (Utr. Archief)
1970, zwembad "de Hommel"
Veel verder weg lag 'de Hommel', ook rond 1963 gebouwd. Je kon er ook 's winters terecht want het had een groot binnenbad. Buiten waren verschillende baden, waaronder eentje met indrukwekkend hoge duiktorens. Ook hier kwam ik met enige regelmaat.

Zowel de Hommel als de Krommerijn bestaat nog steeds. En zo te zien nog altijd even populair onder de jeugd!

2013, google streetview, ingang zwembad "Krommerijn"

Het buurtje uit: naar buiten

1958: einde prins Hendriklaan, begin van Johanna Polder (Utr. Archief)

2013, google streetview, einde prins Hendriklaan nu...

1955, Rietveld-Schröderhuis (Utr. Archief)
Toen we wat groter werden kwamen we meer en meer het buurtje uit. In eerste instantie betekende dat; "naar buiten". We woonden tenslotte aan de rand van de stad.
Naar buiten dus, richting Johannapolder en Rhijnauwen. Daartoe sloegen we na het Antonius Ziekenhuis linksaf de Prins Hendriklaan op. Het eerste stukje was nog gewoon een straat maar na het beroemde Rietveld Schröderhuis (voor ons gewoon een 'modern' huis) moest je de rijksweg over. Dat was toen nog een gewone, gelijkvloerse kruising. Tegenwoordig niet meer voor te stellen maar toen was het nog redelijk rustig, zelfs zonder stoplichten...

1962, de kruising rijksweg-pr Hendriklaan (Utr. Archief)
2013, streetview, viaduct prins Hendrikllaan
Dat veranderde natuurlijk. In 1963 kwam er een viaduct waar we voortaan onder door moesten.

Aan de andere kant van de snelweg, aan de Erasmuslaan,lagen en liggen nog twee bouwwerken van Gerrit Rietveld, lage flatgebouwen die veel minder bekend zijn maar waar ik wel kwam omdat er een vriendje woonde. Wat ik me herinner was het vele, altijd koude beton.

1954, ingang Kromhoutkazerne (Utr. Archief)
2013, streetview, Rietveldflats aan Erasmuslaan
De Prins Hen drik-laan  liep nog een stukje door; langs de hoofdingang van de Kromhoutkazerne (nu  university college) en het huis van mijn latere middelbare school rector, Jan van der Veer (de vader overigens van de voormalige president-directeur van de Shell, Jeroen).

2013, streetview, ingang University College
Nog ietsje verder en de stad hield abrupt op. Hier begonnen de weilanden van de Johannapolder, het weggetje naar Rhijnauwen en verder naar Bunnik, het fort Vossegat met de brug met de twaalf gaten.

Later, in de vroege jaren zestig veranderde alles ook daar: het terrein van de Kromhout kazerne werd uitgebreid. Er werd een begin gemaakt met de nieuwbouw van de universiteit, de Uithof. Er kwam een nieuwe villawijk, vlak achter de Prins Hendriklaan. We noemden het 'de goudkust' want het waren kapitale villa's voor mensen met een (zeer) dikke portemonnee. Er kwam een nieuw zwembad, 'de Krommerijn' en de weg naar Rhijnauwen veranderde.

Nu zou je je niet meer kunnen voorstellen hoe landelijk dit gebiedje ooit was...

2013, google maps, het buurtje, de uithof en dan langzaam de overgang naar landelijk gebied

Amandelen: het Antonius Ziekenhuis


131103 google maps, het ziekenhuisterrein van het St. Antonius, nu omgebouwd tot apartementencomplex

1961, ingang ziekenhuis (Utr. Archief)
1961, hoek Pr.Hendriklaan (Utr. Archief)
Ik zal een jaar of vijf geweest zijn toen besloten werd mijn keelamandelen te verwijderen. Ver hoefden we daarvoor niet te gaan want het Antonius Ziekenhuis lag op loopafstand van ons huis.We kwamen er altijd langs: op weg naar school, op weg naar Rhijnauwen, voor een boodschap bij grootgrutter Noack of slagerij van Schie. Afgezien van de ruime ingang aan de Jan van Scorelstraat zag je eigenlijk alleen de imposante buitenkant, die de hoek om ging de Prins Hendriklaan langs.

1960, kinderafdeling, (Utr. Archief)
verpleegafdeling in oude tijden (Utr. Archief)
Voor die amandelen moest ik dus naar binnen. Van het geheel herinner ik me de chloroform verdoving (vreselijk!) en vooral de de pijn in mijn keel na afloop. Ik moest een nachtje blijven en toen ik de volgende dag naar huis ging kreeg ik vla, joghurt en ijs.

deze soldaatjes stammen uit de oorspronkelijke doos...
Op mijn bed lag een grote doos: een kado om de pijn te verzachten. Het waren plastic soldaatjes, allerlei verschillende. Ze vormden het begin van mijn soldaatjes verzameling, met leger dinkey toys etc. Hele veldslagen hebben we ermee gespeeld!

Kwam er toch nog wat positiefs uit die 'traumatiserende' ervaring!


de twee foto's stammen uit begin jaren '70 toen de fotografie me net in haar greep kreeg. Lage standpunten ('lowscapes') vond ik toen ook al interessant. Ik maakte ze bij een bezoekje aan mijn ouderlijk huis op de oude kinderkamer. Later nam ik de verzameling mee. Voor een deel staan ze nog steeds hier in de kast...